248819
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Cesar
Door: Esther
Commentaar van de schrijver:
Op verzoek is hier een verhaal van me. Ik heb het een aantal maanden geleden geschreven. Dit verhaal is niet autobiografisch.
Categorie: Drama / Roman
Geschatte leestijd: ca. 8 minuten

Bij het horen van mijn naam wist ik al wie me riep. Zijn schorre stem herkende ik uit duizenden. “Petra, wacht!”
Ik draaide me om en hapte even naar adem. Toen kreeg ik mezelf weer onder controle en zei: “Dag Cesar.”

Het weerzinwekkende gezicht tegenover mij toonde een verminkte grijns. Cesar wees naar mijn tas en vroeg: “Ben je naar je werk?”
“Daar was ik net naar op weg, ja.”
Met nog steeds die afschuwelijke grijns op zijn gezicht zei hij: “Dan loop ik even met je mee.”
Ik wilde niet dat hij met me meeliep. Maar we hadden elkaar al een paar jaar niet meer gezien. En ergens was ik een beetje nieuwsgierig naar hem.

Ik haalde een pakje sigaretten uit mijn jaszak, en stak er één op. Cesar schudde zijn hoofd. “Ik ben gestopt; al een half jaar.”
Ik voelde gal uit mijn maag omhoogkomen toen hij zijn hoofd schudde. Terwijl ik een stevige hijs nam, keek ik wat aandachtiger naar het monster dat naast me liep.

Zijn gezicht zat vol littekens. Van zijn neus was amper wat over geweest, maar de chirurg had er een klein stompje van gemaakt. Zijn linkermondhoek hing naar beneden en zolang als ik me herinnerde, zat daar altijd wel een druppel kwijl in.

Maar het meest ranzige van dat alles waren zijn ogen. Zijn rechterooglid zat zo ver naar beneden, dat het je verbaasde dat het oog er nog niet was uitgevallen. Zijn linkeroog was een prothese dat nooit op zijn plaats bleef zitten. En als Cesar gespannen was, bewoog het ding helemaal als een gek. Nu, in het ochtendlicht leek het nog erger. De littekens leken vers en haast smeulend. Smeulend door het vuur, dat Cesar had veranderd in dit afschuwelijke gedrocht.

Het was natuurlijk erg dat hij er zo uitzag, maar ik had geen medelijden met hem; hij had het verdiend. Hij dacht alleen maar aan zichzelf aan zijn eigen plezier, zoals altijd. En altijd was hij over lijken gegaan.

Maar hij was niet de enige. Ik had er ook één op mijn geweten. En allebei hadden we daarvoor een prijs moeten betalen. Hij in de vorm van zijn uiterlijk. En ik zou eeuwige schaamte en schuldgevoel hebben, dezelfde die ik al met me droeg toen ik een tiener was. Wij beiden zouden moeten boeten voor de dood van een tweejarig meisje.

“Petra?” Cesars stem onderbrak mijn gedachten.
“Ja?” zei ik.
“Ik vroeg hoe het thuis was.”
“Oh, eh.. goed, en hoe gaat het met jou?”
Cesar vertelde dat hij een paar maanden geleden verhuisd was en dat hij sindsdien bezig was de keuken te verbouwen.

Een paar minuten later stopten we voor mijn kantoor. Cesar wipte heen en weer en keek wat ongemakkelijk voor zich uit. Toen vroeg hij: “Heeft ze het nog wel eens over mij?”
Ik keek hem aan en zag dat zijn prothese hevig trilde.
“Ja, soms,” antwoordde ik.
Hij zuchtte diep. “En over Noah?”
Zijn stem klonk nog heser dan anders. Ik slikte en keek even langs hem heen.
“Nee,” zei ik zacht. “Ze heeft nooit meer wat gezegd over Noah sinds de begrafenis.”

Even kwamen de herinneringen weer boven. Mijn moeder was nooit meer dezelfde geweest sinds Noah overleed. Noah, het kleine meisje dat door Cesar en mij gedood was. Ook al waren wij toen nog maar kinderen en ook al was het een ongeluk en hadden wij het niet met opzet gedaan, dat alles deed er niet toe. Noah was dood. Alleen dat telde. Noah, mijn zusje.

Ik keek weer naar Cesar met tranen in mijn ogen. “Ik moet naar binnen,” zei ik.
Hij knikte. Snel deed hij een stap naar voren en omhelsde me. Toen liet hij me los en zei schor: “Dag Petra.”
“Dag,” zei ik, een traan wegvegend.

Cesar draaide zich om en liep weg. De mensen op straat keken met geschrokken gezichten naar hem, maar hij leek hun blikken niet te zien en liep verder, met zijn hoofd gebogen.

Ik zocht naar mijn sleutels en opende de deur met een zucht. Nog één keer keek ik zijn kant uit en zei zachtjes: “Dag broer.”
Toen ging ik naar binnen.

Ik zuchtte. Na mijn ontmoeting met Cesar kon ik me niet meer concentreren op mijn werk. Uiteindelijk had ik na de lunch besloten de dag verder te laten voor wat het was en naar huis te gaan. Nu zat ik op de bank, een grote mok thee in mijn handen en mijn kater Milo op schoot. Mijn gedachten gingen terug naar die bewuste avond, nu alweer zestien jaar geleden.

Het was donderdag. Mijn ouders hadden besloten om ’s avonds uit eten te gaan. Met z’n tweetjes. Ik vond dat niet erg, al vond het ik het niet prettig een hele avond alleen met Cesar opgescheept te zitten. Ik was vijftien, maar hij behandelde me als een klein meisje van vijf. En dat terwijl hij maar drie jaar ouders was dan ik.

Wat was ik blij toen Noah geboren werd. Eindelijk was ik niet meer alleen en had ik er een klein zusje bij. Noah werd al gauw het oogappeltje van ons allemaal, ook al was ze een onverwacht nakomertje. Zelfs Cesar, die normaal lomp en kortaf was, werd bij haar een vriendelijke teddybeer. Vorige maand was Noah twee jaar geworden en had hij haar een grote pluche Pluto gegeven, bijna net zo groot als zijzelf. Wat hadden zijn ogen gestraald toen Noah haar ‘Uuttooo Seesà’ de hele week achter haar aan had gesleept.

Mijn ouders vertrokken om zes uur met de mededeling dat ze rond elf uur thuis zouden zijn. Cesar kreeg de opdracht om voor ons te koken. Mama had een pannetje spaghetti van gisteren uit de koelkast gehaald. Hij hoefde het alleen maar op te warmen. Na het eten moest Noah in bad en daarna naar bed. Dat zou ik doen, maar dat vond ik prima. Noah in bad doen was altijd een feest en zodra ze in bed lag ging ze gelijk slapen. Wat een gave meid was ze toch!

Het was bijna zeven uur en nog hadden we niet gegeten. Met een knorrende maag kwam ik van mijn kamer en ging naar beneden. Cesar zou nu toch wel aan het koken zijn? Maar toen ik in de keuken kwam stond het pannetje met spaghetti nog steeds koud naast het gasfornuis. Geërgerd liep ik de huiskamer in. Cesar lag languit op de bank met een biertje in zijn hand tv te kijken.

“Ga je zo beginnen met koken? Ik heb honger en Noah moet straks naar bed.”
“Hmpf,” snauwde hij, “doe het zelf als je zoveel honger hebt.”
“Oke, dan zet ik het alvast op.”

Ik had geen zin in ruzie. Met een zucht ging ik naar de keuken. De deur achter me viel dicht en het geluid weergalmde tegen de hoge wanden en het hoge plafond. Ons huis was een herenhuis, wat er voor zorgde dat mijn ouders altijd liepen te klagen als ze in de winter de rekeningen kregen voor gas en elektriciteit. Zelf vond ik de hoge kamers juist mooi. Er was altijd veel licht, in welk vertrek je je ook bevond.
Ik liep naar het aanrecht en pakte de pan spaghetti. Waar waren de lucifers? Ik hoorde wat gerommel achter me en draaide me om. Noah zat op de grond met de lucifers om haar heen, het lege doosje in haar handen. Pluto lag naast haar.
Geschrokken bukte ik me en pakte het doosje uit haar kleine handjes.
“Dat is geen speelgoed, kleine meid. Ga maar met Pluto spelen.”
Noah keek me aan met een grijns en zei: “Fes.”
“Ja, lucifers.”
Ik streelde haar blonde lokken en zocht alle lucifers bij elkaar. Vervolgens stak ik het gasfornuis aan en legde het doosje op het aanrecht. Even keek Noah me beteuterd aan, toen pakte ze Pluto en ging weer vrolijk spelen.

Ik liep de kamer weer in.
“Cesar, wil jij op het eten letten? Ik wil me nog snel even douchen. Het staat al op te warmen, je hoeft alleen maar te kijken of het niet aanbrand.”
“Zeg, zie je niet dat ik bezig ben? Laat me met rust, stom mens!”
“En wat is nu weer jouw probleem? Ik vraag je toch gewoon iets? Trouwens, ma wilde dat jij ging koken. Waarom doe je dat dan niet?”
“Ik doe het niet omdat ik geen zin heb. En ik doe het al helemaal niet omdat jij het zegt.”
“Hou je mond, rotjoch!” riep ik.
“Oh, en anders?” Dreigend kwam Cesar van de bank af. “Ga je het tegen pa en ma vertellen?”
“Ja, dat ga ik zeker doen.”
Cesar smaalde. “Doe dat vooral. Dan vertel ik alles over jou en je vriendje Ruben. Of dacht je soms dat ik het niet wist?!”

Ik voelde mijn wangen rood worden. Ruben en ik hadden sinds een paar maanden verkering. We hadden elkaar ontmoet tijdens het jeugduitje van de kerk. Het klikte tussen ons en al gauw waren we een stelletje. Maar hoe vaker we elkaar zagen en bij elkaar waren, hoe moeilijker het was geweest om niet verder te gaan dan alleen zoenen. Op een avond, toen we alleen bij hem thuis waren, waren we te ver gegaan. We hadden geen seks gehad, want dat wilden we niet. Maar toch, het was verder dan we ooit waren gegaan en achteraf had ik er spijt van. Ik had tegen Ruben gezegt dat ik het niet nog eens wilde laten gebeuren en hij had het begrepen. Tenminste, dat had hij tegen mij gezegt.

Cesar zag mijn geschrokken gezicht. Hij grijnsde gemeen.
“Tuurlijk weet ik het. Ruben heeft me alles verteld. Hij vond je maar niks, zei dat je niet van hem hield omdat je niet verder wilde gaan. Hij zei dat hij je zou gaan dumpen voor een meid die wel echt van hem hield.”

Mijn handen trilden en mijn ogen brandden. Snel draaide ik me om. Maar het was al te laat.
“Nu ook nog gaan janken, stom wicht?”
Ik rende naar de keuken en sloeg de deur keihard achter me dicht. Noah keek me verschrikt aan. Ik hoorde Cesars’ duivelse lach.
“Toe maar, ga maar weg. Wacht maar totdat je straks weer thuiskomt en pa en ma weer terug zijn!”

Ik moest weg. Snel pakte ik mijn jas en vluchtte naar buiten. Ik keek nog even achterom voordat ik verder liep en zag Noah’s geschrokken gezichtje naar me kijken. Haar oogjes groot, haar onderlipje trillend. Dat was laatste keer dat ik haar levend zag. Toen ik een uurtje later thuiskwam, was ze al dood.

Geschrokken sprong Milo van mijn schoot. Mijn handen trilden zo erg dat ik wat koude thee op hem had gemorst. Snel liep hij naar zijn mand en begon zich verontwaardigd te wassen. Ik zuchtte en schudde mijn hoofd. Dat herinneringen nog zo levendig konden zijn. Het leek wel alsof alles gisteren gebeurd was in plaats van jaren geleden.
Ik stond op en liep naar de keuken om nieuwe thee te zetten. Automatisch pakte ik het doosje lucifers om het gas aan te steken. Even keek ik er naar. Mijn benen werden week toen ik van de lucifers naar het aanrechtkastje keek en weer terug. Toen zakte ik in elkaar en huilde.
Oh God, vergeef me! Noah, lieve, lieve Noah!

Het had een vijf maanden geduurd voordat de politie met het officiele rapport kwam van de brand. Mede ook omdat Cesar de eerste drie maanden er slecht aan toe was geweest. Hij had een paar keer op het randje van de dood gebalanceerd, maar wist zich uiteindelijk weer te herstellen. Stukje bij beetje was toen het hele verhaal eruit gekomen.

Toen ik weg was, had Cesar de deur van de keuken naar buiten op slot gedaan. Hij was boos op me en wilde niet dat ik weer binnenkwam. Vervolgens had hij een nieuw biertje uit de koelkast gehaald, de koelkastdeur dichtgesmeten, de deur van de keuken naar de woonkamer achter zich dichtgedaan en was weer op de bank gaan liggen. Noah had gehuild, maar hij had haar genegeerd; ze zou zo stoppen en dan weer gaan spelen.
Hij had gelijk gehad, na een paar minuten was het opgehouden en hoorde hij haar kraaien van plezier. Gerustgesteld had hij zich omgedraaid en was in slaap gesukkeld.

Ongeveer een half uur later was Cesar weer wakker geworden. Er klopte iets niet, maar hij wist niet wat. Ongerust was hij opgestaan en had om zich heen gekeken. In de keuken hoorde hij Noah roepen, maar haar stemmetje klonk opgewekt en vrolijk. Er was dus niets mis met haar. Maar wat was er dan? Toen rook hij de onmiskenbare lucht van gas.

Met een ruk opende hij de keukendeur. Het gas golfde over hem heen de kamer in. In de hoek van de keuken zat Noah met een lucifer in haar ene handje, het doosje in haar andere. Haar glimmende oogjes keken hem aan.
“Seesà, kijk! Fes!”
Ze zette het houtje tegen de zijkant van het doosje. De explosie ramde Cesar terug de kamer in. Toen hij bijkwam, vrat het vuur zich al een weg door zijn kleding naar zijn huid.

De brandweer was snel ter plekke, maar kon door de hevige brand niet bij de keuken komen. Het grote raam in de woonkamer werd ingeslagen en Cesar werd uit het vuur gehaald. Tegen de tijd dat ik bij ons brandende huis kwam, was hij al met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht.

Omdat de koelkast naast het gasfornuis stond, vermoedde de brandweer dat Cesar de gasvlam had gedoofd door hard met de koelkastdeur te slaan. Maar ik kon het net zo goed gedaan hebben toen ik de deuren had dichtgesmeten terwijl ik het huis uitrende. Het maakte niets meer uit. Als wij geen ruzie hadden gemaakt, als ik niet was weggerend, als Cesar had opgelet, als ik de lucifers in het kastje had gedaan, dan leefde Noah nu nog. Als...

De plotselinge vuurzee had Noah niet gelijk gedood. Ze had nog even geleefd en geprobeerd zich te verschuilen voor de klauwende vlammen. Het had niet geholpen. De brandweer had haar verkoolde lichaampje gevonden in een aanrechtkastje. De verbrande stukjes Pluto nog tussen haar zwartgeblakerde armpjes geklemd.

-

Ik heb God meerdere malen om vergeving gevraagd, maar het heeft me niet geholpen. Ik kan mezelf niet vergeven voor wat ik gedaan heb. Hoevaak mensen of God ook tegen me zullen zeggen dat het een ongeluk was. Ik zal voor altijd gedoemd zijn te leven met de wetenschap dat ik mijn zusje gedood heb. En daarna zal ik ook verteerd worden door het vuur, wat eens haar verteerd heeft. Dit is mijn lot.
Gepost op 24-06-2006 om 17:01 uur
500 keer gelezen

Alle verhalen van deze schrijver (Esther)



Door: prinses
Indringend verhaal.
Ik ben benieuwd hoe je aan de inspiratie hiervoor kwam.

Het schuldgevoel drukt echt op mijn maag als ik het lees: dus dat heb je goed weten over te brengen!

Heb je er bewust voor gekozen dat de hoofdpersoon Gods genade niet kent? (verteerd worden door het vuur etc.)

In de laatste alinea ga je trouwens plotseling over naar de tegenwoordige tijd. Terwijl je in de rest van het verhaal het 'nu' in de verleden tijd beschrijft. (Ontmoeting Cesar, kop thee met poes).
Gepost op 24-06-2006 Om 22:04
Hoi Prinses,
Bedankt voor je compliment.

Wat betreft de inspiratie, dat zal ik kort houden. Een vriendin van me heeft een dochtertje die een aantal jaren geleden erg verbrand is. Mijn vriendin was boven aan het werk, toen haar dochtertje beneden de kaarsjes aan wilde doen met een doosje lucifers. Ze stak daarbij perongeluk zichzelf in brandt en mijn vriendin hoorde het pas na een paar minuten. Het meisje heeft het overigens overleeft, maar heeft wel veel lidtekens en moet ook regelmatig geopereerd worden.

Daarom heb ik er ook voor gekozen om de hoofdpersoon niet Gods genade te laten kennen. Eigenlijk kent ze het wel, maar ze kan haar 'daad' niet loslaten en blijft zichzelf daardoor straffen. Ik weet dat mijn vriendin het erg moeilijk heeft gehad en dat het jaren geduurd heeft voordat ze zichzelf kon vergeven. Was haar kind overleden, dan betwijfel ik of ze dat ooit gedaan zou hebben.
Gepost op 24-06-2006 Om 23:25

Door: Esther
Hmm, ik had zonet nog een reactie gemaakt, maar die staat er niet bij. Vaag..

Maar goed, ik heb inderdaad ervoor gekozen om het laatste stuk in de TT te doen, zodat duidelijk wordt dat Petra altijd zichzelf als schuldige blijft zien en zichzelf nooit zal vergeven. Ik had een extra enter gebruikt om het duidelijker te maken. Maar misschien staat het beter idd als ik het in de vt schrijf.

Trouwens, een ander iets dat me inspiratie gaf, was een krantenberichtje. In Duitsland was er een brand uitgebroken in een flat. Een moeder met kind waren omringt door een vlammenzee en konden niet meer ontsnappen. Uiteindelijk probeerden ze zich te verschuilen in een aanrechtkastje. De brandweer vond hun verkoolde lichamen; de moeder had het kind nog in haar armen toen ze overleden. Dat heeft een diepe indruk op me gemaakt, waardoor ik het later ook in dit verhaal gebruikt heb.
Gepost op 24-06-2006 Om 23:35

Door: EsQuizzy
Sterk. Schokkend. Indringend...
Ja. Dit soort dingen gebeuren.

Petra's onvermogen om genade aan te nemen is herkenbaar. Ik heb diezelfde houding en redenering eens in een jong meisje meegemaakt, tijdens een evangelisatie-actie. Heel aangrijpend. Het maakt dat je gaat bidden dat mensen, die met dit soort schuldgevoelens rondlopen en zichzelf niet kunnen vergeven, en ook Jezus' vergeving niet kunnen/willen/durven aanvaarden... Dat de ondergedompeld zullen worden in Jezus' liefde en het zullen aannemen...

Gepost op 25-06-2006 Om 00:00
Het is inderdaad heel erg aangrijpend. Ik ken een aantal mensen (naast m'n vriendin) die ook met dit onderwerp geworsteld hebben en zelf heb ik dat ook voor lange tijd gedaan, het niet kunnen en durven aanvaarden van Gods liefde. Wat dat betreft is dat stukje waarschijnlijk wel autobiografisch, al was het destijds mijn bedoeling om de gevoelens van m'n vriendin op papier te zetten en niet mijn eigen.
Gepost op 25-06-2006 Om 00:10

Door: EsQuizzy
*knikt stilzwijgend*
Gepost op 25-06-2006 Om 00:15

Door: prinses
Erg wat je vriendin heeft meegemaakt met haar dochtertje...
En ook dat krantenberichtje.
Erg is veel te zwak uitgedrukt...

Ik vind het knap dat je dit in een verhaal verwerkt.

Ik hoop echt voor je vriendin dat ze er rust in zal vinden. Jij weet wel Waar!
Gepost op 25-06-2006 Om 20:07
Ze heeft er al grotendeels rust in gevonden hoor. Het is nu bijna tien jaar geleden dat het gebeurde. Maar inderdaad, zonder Hem zou het haar en haar gezin nooit gelukt zijn.
Gepost op 25-06-2006 Om 23:04

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.