| |||||
Arien heeft zijn speech beter voorbereid dan de bedoeling was. Hij had immers genoeg tijd over en hij had niet verwacht dat Gilraen de speech wou horen voordat het personeel het hoorde. Hij zou voor het personeel van het weeshuis worden verkondigt en hun neuzen waren toch al zijn kant op dus het enige wat hij nog moest doen was hun mening versterken en hun nog harder voor hem en voor zijn doelen laten vechten. Arien kijkt in de spiegel en spreekt het codewoord uit. Onmiddellijk verschijnt het beeldschone gezicht van Het Licht in de spiegel. Hij leest de speech, zoals afgesproken, eerst aan haar voor. Hij beeld zich in dat hij voor het publiek staat en aan het eind hoort hij zelfs een applaus van het zichzelf voorgestelde publiek het applaus is er echter wel degelijk. in de spiegel ziet hij Gilraen elegant klappen. “Jongen, ik weet dat jij je best hebt gedaan en dat is ook duidelijk te merken! Ik wou dat al mijn dienaren zo trouw en intelligent als jouw waren. Het is prachtig en voldoet precies aan zijn doel, het is een schot in de roos. Ik had het niet beter kunnen doen Arien.” Arien hoort die woorden vol verbijstering aan en er breekt een grote grijns door op zijn gezicht. Zijn hele gezicht en lijf begint te stralen. “Dank u, dankuwel Licht der Lichten, Groot Licht!” Stamelt Arien verlegen. Gilraen grijnst de reactie van de jongen was zo voorspelbaar als wat en ze moest ook toegeven dat het erg goed was. Maar ze had dik overdreven maar zo hield ze haar personeel tevreden, trouw en hun inzet hoog. Ze wist dat de jongen niet heel erg slim was, dat had zijn reactie wel bewezen. Hij slikte haar woorden voor zoete koek en hij neemt alles wat zij zegt klakkeloos aan voor de waarheid. Deze jongen denkt niet na en zulke onderdanen zijn de beste je hoeft ze namelijk helemaal niets uit te leggen. Je hoeft ze niet tot nauwelijks aandacht te schenken want ze hebben genoeg aan een beetje en doen een hoop voor je ondertussen. Gilraen is meer dan trots op zichzelf. Nu moet ze er echter nog voor gaan zorgen dat de luchtelfen haar willen steunen in de strijd tegen de waterelfen. Deze moeten stuk voor stuk uitgeroeid worden, het zijn gemene en laffe wezens. Ze kunnen niets doen en bovenal willen ze niets doen. Het voordeel is dat de waterelfen zowel ruzie met de vuurelfen als de luchtelfen hebben dus erg moeilijk hoefde het toch niet te worden? Nee, de waterelfen zijn gewoon helemaal nergens goed voor en daarom moeten ze uitgeroeid worden. Het enige probleem is dat ze voor dat uitroeien van de waterelfen de luchtelfen nodig heeft en de luchtelfen zijn sinds de laatste Totale Oorlog fel tegen het verbreken van de Vrede geweest. “Arien, je moet een speech voorbereiden voor de luchtelfen. Je vertrekt over drie dagen naar de Grens daar zal je met hun spreken en zul je hen voor ons winnen. Dit is een belangrijke opdracht als je het verknalt zal ik helaas strenge maatregelingen toe moeten passen.” Arien schrikt maar de woorden van Gilraen over zijn speech echoën nog door zijn hoofd en hij knikt enkel en is blij dat hij het mag doen. Hij had deze speech immers al ongelooflijk goed gemaakt en de speech voor de luchtelfen zal hij nog beter maken als deze speech. Hij ziet zichzelf al naast Gilraen staan. Samen zullen zij dan regeren over heel elfenland en iedereen zal naar hen luisteren. Hij droomt weg zonder het gevaar van de spiegel en zijn meesteres, Gilraen, in de gaten te hebben. De spiegel is niet gewoon en zijn meesteres al evenmin. |
|||||
|