248818
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Levanda
Hoofdstuk 11
Door: Levanda
Commentaar van de schrijver:
Zelfde vraag;-)
Categorie: Fantasy
Geschatte leestijd: ca. 3 minuten

’s Avonds werden ze inderdaad gehaald. Het was donker en de bemanning zat rond een vuurkorf.
Melina zou beginnen met een verhaal dat haar moeder haar verteld had.
“Er was eens, lang geleden, toen alle landen nog één waren, en seizoenen nog niet bestonden, een koningspaar. Deze koning en koningin waren geliefd bij het volk, want ze regeerden goed.
De koningin schonk leven aan vier kinderen. Het oudste kind was een meisje, met donkerblonde, bijna bruine haren en donkerblauwe ogen, als de zomerzee. Het volgende kind was een jongen, met donkerbruine haren en donkerbruine ogen, als de bast van bomen. Daarna kwam weer een meisje met lichtblonde haren en lichtgroene ogen, als de knoppen van nieuwe blaadjes. Het jongste kind was weer een jongen, en had pikzwarte haren en ogen zo licht, zo ijsblauw.
De kinderen hadden allemaal een gave, die zich openbaarde toen hun ouders stierven en de jongste dochter als eerst op de troon kwam, vanwege haar zachte karakter. Door haar gave bleek ze te regeren over het weer. Ze kon de zon en de regen laten afwisselen zodat alles bloeide en groeide. Haar naam was Lente.
Maar Lente was zwak, en algauw was ze uitgeput en nam haar zuster Zomer de taak van het regeren over. Alles wat Lente had laten groeien werd van het land gehaald en opgegeten. Maar Zomer had alleen de kracht om de zon te laten schijnen, en dat deed ze, want anders hadden de mensen geen licht. Maar omdat ze niet kon zorgen voor regen verdroogde het land. Haar broeder Herfst, die niet kon aanzien dat het volk stierf door droogte, nam de regering over. Zijn gave was de gave van wind en regen. Dus liet hij het regenen zodat de akkers weer nat werden. Maar hij liet het te hard regenen, en Winter besloot dat het zijn beurt was, want Lente was nog niet hersteld.
Zijn bewind was hard en koud, hij had de gave van kou. Net op tijd was Lente weer hersteld en ze regeerde opnieuw. De broeders en zusters besloten dat ze het zo zouden houden, en ze noemde hun regeringcyclus van Lente, Zomer, Herfst en Winter een jaar. Hun regeringsperiode noemden ze een Seizoen. Later werden ze goden, en zo regeren ze nog steeds.”
De mannen hadden aan Melina’s lippen gehangen, ze waren verbijsterd.
Melina en Levanda stonden op en liepen naar hun kooi. Het was gelukt. Zo ging het iedere avond, tot ze hoorden dat ze de volgende dag in de Láport aan land gingen.
Levanda ging onmiddellijk naar de kapitein.
“Kunnen wij in Láport nieuwe kleding kopen, ik kan zo niet voor mijn vader verschijnen.”
“Prima, maar geld heb ik niet.”
“Dat geeft niet, dat heb ik wel.”

Dus gingen ze de volgende dag, onder begeleiding van de stuurman, die er wat minder ruw uitzag dan de rest van de bemanning.
Bij de kleermaakster vroegen ze de stuurman buiten te wachten. De vertelden de kleermaakster zacht wat er aan de hand was. Gelukkig snapte ze het. Ze liet de meisjes via de achterdeur naar buiten, wachtte even riep toen de stuurman: “Help, help! Die kleine dievegges! Ze hebben het goud gepakt en zijn toen via de achterdeur weggerend!”
Zo konden Melina en Levanda wegkomen zonder dat de vrouw in de problemen zou komen door hulp aan hen te verlenen.

Melina en Levanda holden direct uit het huisje. Ze renden de straat uit en zo snel mogelijk de hoek om, zodat als ze uit het huisje keken ze niet meer te zien waren. Ze renden verder, en pas bij de stadspoort gingen ze rustig lopen, zodat de poortwachters niet gealarmeerd werden. Zo liepen ze rustig de poort uit.
De kleermaakster had hen eten meegegeven in ruil voor een sieraad van Levanda.
Ze liepen op dezelfde manier als toen ze richting Satrap liepen, en aan het eind van de dag kwamen er een boerenwagen langs die Levanda en Melina wel een eindje mee wilde nemen. Door het schommelen van de wagen vielen ze snel in slaap. De boer maakte hen bij een splitsing wakker.
“Ik weet niet waar jullie heen moeten, maar ik moet die kant op. Jullie mogen eventueel wel bij mij thuis slapen, mijn vrouw heeft vanavond soep gemaakt.”
“Graag, dat zouden we fijn vinden,”antwoordde Levanda.
De volgende dag waren ze alweer vroeg onderweg, op weg naar de bosring die op de grens van Lakilië lag. Het was een grote strook die de grens van Lakilië vormde en het land beschermde tegen indringers. Dit bos moesten ze door om in Mandiko te komen. Vanuit Mandiko zouden ze dan naar Arlokië gaan.
Levanda dacht terug aan de verwachtingen die ze had gehad voor ze vertrok. Met een week zou ze in Arlenia zijn. Het had nu al een week geduurd voor ze uit het bos waren, toen nog een week vanaf Janoi naar Satrap, en vervolgens een week vanaf Satrap naar hier. Vanaf hun aankomst in Satrap een week naar het bos. Als het net zo zou gaan als tot nu toe zouden ze er ruim een maand over doen om in Arlenia te komen.
Levanda zei dit maar niet tegen Melina, ze wilde haar niet ontmoedigen…
Gepost op 11-06-2009 om 18:20 uur
100 keer gelezen
<< Vorige in deze serie

Alle verhalen in deze serie (Levanda)
Alle verhalen van deze schrijver (Levanda)

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.