248818
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Laura
Door: Berdien
Commentaar van de schrijver:
Categorie: Diversen
Geschatte leestijd: ca. 6 minuten

Op straat rijdt langzaam een auto voorbij. Laura, die op de bank ligt hoort dit niet meer. Ze moest vanavond oppassen maar is in slaap gevallen. Na nog geen halve minuut komt de auto weer voorbij, weer heeft Laura niks door. Opeens stopt de auto en rijdt langzaam de oprit op. De chauffeur doet, voordat hij uitstapt, een bivak muts op. Waarom? De chauffeur is ondertussen bij de deur gekomen en pakt een sleutel uit zijn broekzak. Even aarzelt hij maar toch steekt hij de sleutel in het slot en draait de sleutel langzaam om. Weer aarzelt hij zal hij het echt wel doen of zal hij terug gaan? Maar toch gaat hij naar binnen, laat achter zich langzaan de deur in slot vallen en loopt zonder licht aan te doen regelrecht naar de huiskamer waar Laura zit. Zou hij het op Laura gemunt hebben of op iets anders? En wat als hij daar Laura aan treft? Voorzichtig opent hij de deur en doet van schrik een stap terug als die piept. Hij gromt: dat ding hadden ze ook wel even kunnen smeren.
Hij stapt naar binnen en kijkt naar links. Ha, daar heeft hij wat hij nodig heeft, Laura ligt niets vermoedend op de bank te slapen. Opeens staat hij naast haar, hij doet een prop in haar mond. Dan opeens wordt Laura wakker en kijkt verward rond. Opeens ziet ze de man staan met de bivak muts, ze wil gaan gillen maar ze voelt dat er een prop in haar mond zit. Er spookt van alles door haar hoofd. Zal hij me nu gaan vermoorden of wat, ja wat? Er is zoveel wat hij kan doen. De man buigt zich over haar heen en haalt een pistool uit zijn broek zak en sist “als je je bek niet houd schiet ik je neer.”
“Hmm”mompelt ze. Het angst zweet staat in haar handen.
“Oké,” gaat hij dreigend verder. “Ik neem jou zo meteen mee. Maar… eerst wil ik weten waar de waardevolle spullen liggen.”
Laura heeft maar besloten om niks meer te zeggen en gewoon maar te wijzen. Daar, in die kast, wijst ze. Het is een grote stevige kast waar een groot slot opzit.
“Waar ligt de sleutel,” snauwt hij. Laura haalt haar schouders op ze heeft echt geen idee waar hij ligt. Opeens wordt weer het pistool op haar gericht en ze wordt bleek van schrik.
“Waar ligt hij, vertel op of ik schiet (..) een kogel door je kop.” Hij heeft zijn vinger al aan de trekker liggen.
Laura haalt nog een keer bibberend haar schouders op, ze durft het haast niet meer te doen bang dat hij zal schieten. Wie is hij eigenlijk? Ze heeft het idee dat zij hem kent. De naamloze man slaat haar boos in haar gezicht.
“Dom kind weet jij nou echt niks.” De tranen lopen over haar wangen. Wat kan die man gemeen slaan.
“Opstaan jij, je loopt voor mij uit naar mijn wagen die op de oprit staat. Weet je die te vinden of ben je zo dom dat je dat ook al niet meer weet.”
Zwijgend loopt ze naar buiten en blijf voor de auto staan. Het is een luxe BMW het nummerbord kan ze niet lezen er is een vuilniszak over geplakt. Zwijgend doet hij de auto van slot en wijst dat ze achterin moet gaan zitten. Van uit het dashboardkastje haalt hij een vieze lap te voorschijn en knoopt die voor haar gezicht. Opeens moet ze aan de kinderen denken waar ze op moet passen. Wat gebeurt er als een van hun naar beneden komt en haar niet kan vinden. Ze zullen waarschijnlijk in paniek raken en gekke dingen gaan doen. Of zal hij verder zoeken en ze ook meenemen. Hoe gek het ook zal zijn, ze is op dat moment banger voor de kinderen dan voor zichzelf. Haar ontvoerder is ook ingestapt en start de wagen. Langzaam rijdt hij de oprit af en gaat richting de grote weg. Daar gekomen gaat hij er met een vaart van z’n 200 km per uur van door. Laura voelt niet meer waar ze heen gaan. Opeens gaan ze een stuk langzamer rijden. Ze gaan een aantal bochten om en staan stil. Waar zal ik zijn? Denkt ze. Het portier wordt geopend en nog geen paar seconden daarna weer dichtgeslagen. Ze hoort de voetstappen naar de achterkant van de auto gaan. Daar hoort ze de kofferbak opengaan waar flink wat in gerommeld wordt. Weer hoort ze voetstappen maar nu komen ze haar kant op. Opeens beseft Laura wat er echt gebeurt, waarschijnlijk draait dit om leven of dood.
“Uitstappen”, gromt hij. Eerst wil ze nog tegen werken maar ze herinnert zich het pistool. “Goed zo”, is het commentaar dat ze krijgt. “Je blinddoek gaat nu af, daarna loop je in de richting die ik je wijs. Als we zijn waar we moeten komen doe je precies wat ik zeg. Anders… kost het je leven”. Gelijk daarna gaat de blinddoek af en ziet Laura waar ze staan. Ze staan bij een bos. Welk bos daar heeft ze geen idee van. Langzaam loopt ze in de richting die hij wijst. Nog steeds heeft ze het idee dat ze hem kent, maar wie zal het zijn. Ondertussen lopen ze steeds verder het bos in totdat ze, Laura schat zo’n 2 km, hebben gelopen.
“Stop”, klinkt het achter haar. “Je blijft hier staan. Zo meteen krijg je van mij een schep en begin je te graven. Probeer geen tijd te rekken want dan lig je er in voordat het klaar is.” Laura staat te bibberen op haar benen. Wat moet ze doen? Luisteren of zo meteen proberen weg te lopen als hij niet op let? Maar weer komt het beeld van het pistool naar boven. Nou ja laat ze nou maar zien wat er van komt.
“Hier heb je een schep, en daar ga je graven.” Zegt hij wijzend op een hoop bladeren. Waarom (…) daar? Denkt ze. Zou dat later minder opvallen? Laura werkt een kwartier zwijgend door. Daarna wordt ze moe en begint haar arm spieren te voelen. “Hoe lang moet ik nog?” Vraagt ze onzeker.
“Niet ver meer. Hoogstens nog 5 minuten.”
“Waar graaf ik eigenlijk naar?” Durft ze nu aarzelend te vragen.
“Hmm, nieuwsgierig hé. Nou dat hoef je niet te weten.”
Zwijgend gaat Laura door. Er spookt van alles in haar hoofd. Zou het om een schat gaan, of om een lijk. Het kan natuurlijk ook nog dat het… Nee dat kan niet. Opeens stuit ze op iets hards, dus toch, ze zat aardig in de buurt. Gelukkig is het niet het laatste want dan was ze dit niet tegen gekomen.
“Graaf die kist uit” gromt hij. Voorzichtig haalt ze al het grond weg dat om de kist heen ligt. Daarna probeert ze de kist op te tillen. Oei wat is dat ding zwaar. Ze krijgt hem niet eens opgetild. “Laat maar ik til hem er wel uit. Ben je nou echt zo slap of wil je niet.” Zegt hij sarrend.
Laura wil wat terug snauwen maar opeens hoort ze geritsel in de bosjes. “Wat is daar?” Vraagt ze angstig.
Ineens word de man ook bang er is daar inderdaad iets maar wat. Opeens klinkt er een stem:
“Blijf rustig staan er verroer u niet u wordt aangehouden.”
“De pot op kun je met je aanhouden,” snauwt hij. “Dit hier is mijn gijzelaar als jullie ook maar proberen om te schieten vermoord ik haar.”
Laura trekt bleek weg. Ze is doodsbang en durft geen stap meer te verzetten.
“Als jullie mij laten gaan krijgen jullie haar terug,” zegt hij wijzend op haar. “Zo niet dan is het einde verhaal.”
“Oké, je mag gaan maar laat haar achter.” Is het commentaar wat er uit de richting van de bosjes komt.
Ik ben gered denkt Laura, eindelijk van die enge griezel verlost. De man wil er van door gaan maar op het laatst pakt hij Laura nog beet.
“Laat me los viezerik, en wie ben je eigenlijk? Ik ken je ergens van. Vertel op.” Schreeuwt ze helemaal door het lint gegaan.
“Hou je bek en meekomen jij.” Is het enige commentaar wat ze krijgt. “Hop lopen jij anders schiet ik je wel neer.”
Opeens blijft Laura staan. “Ik wil niet meer, waarom zou ik naar jou moeten luisteren als jij niet naar iemand anders luistert.” Al voordat ze klaar is met praten heeft hij en revolver te voorschijn gehaald en heeft de trekker overgehaald. Gelijk daarna valt Laura gillend van de pijn neer. Er verschijnt een rode vlek in haar broek. De man is doorgerend maar gelijk komt er een politieagent achter aan.
“Waar doet het pijn,” Vraagt hij.
“Mijn been,” kreunt ze. Gelijk daarna raakt ze bewusteloos van de pijn.
Ondertussen zijn er nog meer politiemannen voorbij gerend. Maar de onbekende man heeft een grote voorsprong, en blijkbaar kent hij de weg goed in het donkere bos.
In de totale duisternis ligt Laura daar als ze weer bij komt. Wat doet haar been pijn. En wat is er gebeurd?
Opeens hoort ze een onbekende stem. “De ambulance is onderweg. Voordat je wordt meegenomen moet ik nog een paar dingen vragen. Vraag 1 is: Hoe heet en waar woon je?”
“Ik heet Laura Adelaer en kom uit Rotterdam.”
“Oké wat is het telefoon nummer van je ouders?”
“010-7492651 Meneer ik was oppassen er liggen daar nog 3 kinderen op bed. Weet u hoe het met ze is? En waar is die man gebleven?”
“Ik weet niet hoe het met de kinderen is maar ik weet wel waar de man is. De man heet eigenlijk Buitenweg. Hij heeft een paar jaar geleden een bank beroofd en had hier het geld verstopt. Vanavond wou hij het hier ophalen en had jou als gijzelaar meegenomen. Hoe hij bij de mensen waar jij aan het oppassen was in huis kwam weten we nog niet. Ik ga nu eerst je ouders bellen dat ze weten wat er met je aan de hand is. Ik zou ook vragen of ze iemand bij de kinderen langs willen sturen.”
“Dan komt alles goed,” zegt ze met een zucht.

En zo kwam ook alles goed. Laura werd naar het ziekenhuis gebracht waar de kogel uit haar been werd gehaald. Ze heeft nog daar nog een poosje moeten liggen met een ontsteking maar mocht daarna weer naar huis. Buitenweg heeft alles bekend. Het bleek dat hij een collega was van de ouders van de kinderen. Hij heeft al jaren lang een sleutel en wist dat Laura die avond ging oppassen. Daarna is hij veroordeeld tot 12 jaar cel. En is later nooit meer de misdaad ingegaan.
Gepost op 22-05-2009 om 21:18 uur
317 keer gelezen

Alle verhalen van deze schrijver (Berdien)



Door: EsQuizzy
Een happy end, dus, Berdien.

Spannend hoor! Lees het nog wel even een keer kritisch door, er staan wat typfoutjes in die je zelf ook wel zult vinden.

Gepost op 22-05-2009 Om 21:46
Klein foutje van mij. Per ongeluk de versie met alle spel fouten online gezet.
Gepost op 23-05-2009 Om 16:45

Door: inem
Wow, dit is spannend. Ik kon niet meer stoppen met lezen!!


Gepost op 22-05-2009 Om 21:50

Door: wies
ziet er bekent uit;)
Gepost op 25-05-2009 Om 20:38
klopt, je hebt het al eerde gelezen!
Gepost op 26-05-2009 Om 08:23

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.