248818
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Jerichoplein
12. Onthullingen
Door: Gabriëlle
Commentaar van de schrijver:
Categorie: Drama / Roman
Geschatte leestijd: ca. 5 minuten

Hoofdstuk 4

Seb opende de deur en liet Magda binnen. Ze was al de derde die haar gezicht liet zien na de dood van Richard.
“Ik kom namens Lydia,” verontschuldigde Magda zich.
“Hoe is het met haar?” Seb bleef in de gang staan en keek in het vermoeide gezicht van Magda. Die zal wel niet veel slaap gehad hebben afgelopen nacht. Wie wel, was de mistroostige gedachte van de huisbaas.
Magda had een bezorgde blik op haar gezicht, schudde het hoofd en viel meteen met de deur in huis. “Ik maak me ernstig zorgen. Ze is helemaal kapot. Ze heeft geslapen, dat wel, maar daar is alles mee gezegd, denk ik.”
Seb maakte een gebaar dat ze moest volgen, maar vooral door moest gaan met praten.
“Ik denk dat het niet goed met haar gaat. Daarom zou ik willen dat je even komt kijken. Misschien moet ze alsnog naar haar eigen huisarts.”
“Natuurlijk, ik ga even bij haar kijken. En hoe zit het met de anderen?”
“Henk is weg. Hij kon het niet meer aan. Hij zegt dat als hij op zijn kamer zit, hij alsmaar denken aan wat er naast hem gebeurd is,” zei Magda en Seb kon dat wel begrijpen. Henk had de kamer naast die van Richard. “En Kiki is bij Lydia.”
Seb knikte goedkeurend en liet er op volgen, “Thomas heb ik vanmorgen gezien toen hij naar zijn werk ging.”
Magda knikte. “Hij zei dat thuis blijven het er voor hem niet beter op ging maken. De politie wist hem te vinden, zei hij.”
“Daar heeft hij ook gelijk in,” stemde Seb in. Iedereen moest dat voor zichzelf uit maken, hoe hij op de ontstane situatie reageerde.
Magda bleef knikken. Het meisje was helemaal van slag, hoewel ze dat probeerde te verbergen.
Magda deed geen aanstalten om gelijk naar boven te gaan, dus Seb bood haar een plaats aan de keukentafel. Hij schonk een nieuwe mok koffie in, maakte hem klaar zoals ze hem graag dronk, zwart met veel suiker, en zette hem toen voor haar neer.
Wat was er veel veranderd sinds het weekend. Vorige week werd dit pand nog bevolkt door een groepje veelbelovende jonge mensen, ambitieus en soms met heel veel eigendunk. Nu kwamen er telkens gebroken mensen zijn woning binnen, op zoek naar stabiliteit en bevestiging. Seb wilde ze maar al te graag hulp bieden en hij hoopte ongemerkt meer van hen te horen dan ze misschien ooit van plan waren aan elkaar te vertellen. Misschien dat hij dan kon begrijpen wat er in die nacht van zaterdag op zondag had plaatsgevonden.
Zelf ging hij tegenover haar zitten en dronk het laatste restje koffie uit zijn mok.
Zwijgend nam hij haar op. Ze wist zich geen houding te geven en bleef maar roeren, al lang nadat de suiker was opgelost.
“O Seb, hoe moet het nu verder?” verzuchtte ze en keek hem aan, alsof ze van hem verwachtte dat hij het antwoord wist.
Ze had geen spoor van tranen op haar gezicht en dat stelde hem op een vreemde manier gerust. Als ze in tranen binnen was gekomen, zou hij dat misschien niet geloofwaardig hebben gevonden, hoewel de dood alle oude conflicten had kunnen opheffen. Je kon nooit echt weten hoe iemand reageerde op zoiets. Mensen reageerden niet altijd voorspelbaar, wist hij uit ervaring. Dat had hij in zijn baan als reisleider maar al te vaak meegemaakt.
“Ja,” zei hij en maakte zijn bekende gebaar met zijn armen, waarmee hij zijn eigen machteloosheid aangaf.
“Wie had nou gedacht dat hij het zichzelf zo gemakkelijk zou maken,” zei ze peinzend en Seb keek haar alleen vragend aan.
“Nou, dat van die schulden,” zei ze in een poging om haar gedachten onder woorden te brengen. “Oké, het was een gigantisch bedrag, in ogen van studenten als wij. Maar zichzelf ophangen. Hij had toch naar vader kunnen gaan. Die had...”
Seb hief een hand op. “Heeft hij gedaan.”
Ze keek hem strak aan en vroeg op strenge toon: “Hoe weet je dat?”
“Ik heb gisteren een uitgebreid gesprek gehad met je vader. Je snapt dat er praktisch veel te regelen valt, in zo’n geval,” legde hij uit.
Magda’s ogen werden groot. “Was hij hier?”
“Nee, ik heb alleen telefonisch contact gehad.”
Ze snoof. “Nee, dat is te min voor pa. Om af te dalen naar het gewone volk.”
“Je moet niet zo snel je oordeel vellen meisje,” zei Seb rustig maar met overtuigingskracht. Magda liet haar schouders hangen, waarbij ze haar opgezette stekels weer introk.
“Hij wilde gelijk komen, ook voor jou,” ging Seb verder. “Maar ik heb het hem afgeraden. Ik heb uitgelegd dat Richard niet meer hier was en dat hij contact met jou daarover op moest nemen. Hij heeft het er erg moeilijk mee. Hij voelt zich medeverantwoordelijk voor wat er is gebeurd. Juist ook omdat hij hem in de week voor zijn dood gezegd had dat hij vanaf nu geen geld meer van hem hoefde te verwachten en dat hij zijn studie zelf moest gaan betalen.”
“Dat kwam vast hard aan. Ja, dat verklaart de daad dan wel, denk ik,” zei ze kleintjes en deed er toen het zwijgen toe. Om Magda’s mond kwam een harde trek.
“Hij heeft jou niet gebeld?” vroeg hij voorzichtig.
Ze haalde haar schouders op. “Hij heeft gebeld. Maar ik heb niet opgenomen.”
Seb keek haar vragend aan.
Ze keek stuurs voor zich uit, maar hij zag dat haar lip trilde. Hij wachtte vergeefs op antwoord.
“Je zou hem straks zelf kunnen bellen,” suggereerde Seb voorzichtig, toen het stil bleef.
“Alsof ik er dan tussen kom!” riep ze verontwaardigd uit. “Tussen zakenlunch en spoedvergadering zeker, nee dank je. Ik ben al te vaak afgescheept, die keren dat ik het heb geprobeerd. En trouwens, ik zie hem snel genoeg, op de begrafenis. Dat zal me een vertoning worden. Door de dood verenigt, als een echte familie. Als we maar het juiste plaatje laten zien voor de buitenwereld. Daar gaat het om.” Ze liet haar hoofd op haar handen rusten en keek somber naar haar mok.
Seb voelde opeens de diepe pijn van het meisje, dat blijkbaar niet gezien werd door haar vader. In een impuls vroeg hij haar: “Wat zou je willen Magda? Zou je willen dat hij trots op je was?” Seb wist later eigenlijk niet waarom hij haar dit vroeg, maar ze reageerde door hem met een ruk aan te kijken, waarbij haar blik verstrakte. “Wat dacht je Seb? Mijn hele leven sta ik in de schaduw van Richard. Hij was bestempeld als pa’s opvolger in de zaak. En Richard, die gaf helemaal niet om de zaak. ‘Magda,’ zei hij dan. ‘Magda het zijn en blijven koekjes. Niets
verhevens, niets wat iemand lang bijblijft. Koekjes, en ik houd helemaal niet van koekjes.’ “
Ze had zijn stembuigingen goed nagebootst en het raakte Seb dat hij Richard in elk woord herkende.
Magda’s blik werd droevig toen ze vervolgde, “en dan schoot hij in de lach alsof het een grapje was. Dat was het probleem. Hij nam niets serieus. Er waren voor hem geen heilige huisjes. Tegen alles en iedereen schopte hij,” ze stopte en slikte met moeite haar tranen weg. Toen vervolgde ze met onvaste stem, “Het deed gewoon pijn. Mijn enige troost die ik had, was dat het niet mijn echte broer was. Hij was geen bloedverwant, dat verklaart een hoop.”
Gepost op 20-10-2008 om 13:28 uur
182 keer gelezen
<< Vorige in deze serie

Alle verhalen in deze serie (Jerichoplein)
Alle verhalen van deze schrijver (Gabriëlle)

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.