248819
 
 
 
 
 

     Menu:

> Startscherm
> Schrijvers
> Verhalen
> Open verhalen
> FAQ
> Vintage

Bodemloze Liefde
Deel 1
Door: Esther
Commentaar van de schrijver:
Dit is deel 1, het vervolg van de proloog van Bodemloze Liefde. Graag jullie ongezouten reacties, meningen en adviezen. Zie dit deel wel in zijn context; het verhaal is vrij groot, er volgen dus nog veel delen.
Categorie: Drama / Roman
Geschatte leestijd: ca. 5 minuten

Twee jaar eerder


‘Je bent jezelf niet de laatste tijd.’ zegt hij.
Ik zucht en draai mijn stoel naar het raam. Tegenover mijn kantoor ligt een park en ik zie een stel kinderen spelen bij de vijver. Een paar jongens proberen met een tak een voetbal uit het water te vissen, terwijl twee meisjes van een afstandje toekijken.
‘Ik weet het, Nick.’
Eén van de jongens probeert de bal te pakken en valt bijna in het water. Zijn vriendje achter hem weet hem nog net vast te grijpen en beiden vallen ze achterover in een rood en geel getint bladerenbed. Het is een mooie, zonnige herfstdag, maar ik kan er niet van genieten.
Ik grijp de hoorn wat steviger vast.
‘Nick, vannacht had ik weer zo’n nacht.’ zeg ik aarzelend. Ik weet ondertussen hoe hij reageert. We hebben drie weken geleden besloten dat het beter voor ons zou zijn als Nick voor een tijdje bij een vriend zou wonen. Sinds mijn nachtmerries zijn begonnen en ik steeds depressiever ben geworden, is onze relatie achteruit gegaan. Nick begrijpt niet wat er met me aan de hand is en ik eerlijk gezegd ook niet.
Het leek ons destijds een goed idee om te gaan samenwonen, want we waren gelukkig met elkaar. Maar nu, vier jaar later, lijkt het ineens niet meer zo’n goed plan. Ik ben labiel geworden. Het ene moment scheld ik iedereen de huid vol, het andere moment barst ik in tranen uit. En Nick was een makkelijk slachtoffer. Hij was in de buurt als ik thuiskwam, waardoor ik hem telkens de volle laag kon geven.
‘Ik wil het niet horen, Abigail.’
Ik weet dat hij geïrriteerd is, anders zou hij me Gail noemen of Abby.
‘Je weet dat ik niet zit te wachten op dit soort onzin. Ik heb al zovaak tegen je gezegt dat je je te druk maakt. Je moet gewoon niet zo hard werken. Neem een paar dagen rust en dan is het gewoon over. Of praat even met je moeder ofzo. Waarschijnlijk maak je je gewoon te druk om niks en slaap je daardoor slecht.’
‘Jij weet als geen ander dat ik me op dit moment geen vrije dagen kan permiteren, want over twee weken moet onze wintereditie af zijn. Ik heb de marketingafdeling al de hele week aan de lijn, want daar schijnen wat problemen te zijn met de adverteerders. En dit met mij is niet zomaar iets Nick. Ik weet ook niet wat het is.’
‘Voor jou een ander. Je moest eens ophouden met jezelf zo aan te stellen. Jullie vrouwen maken om het kleinste ding een enorme heisa en praten jezelf dan de put in. Verdorie, zo ken ik je helemaal niet! Wanneer ga je nu eens ophouden met dit gedoe en ga je weer normaal doen?’
Ik voel de tranen opkomen. Mijn stem klinkt hees als ik tegen Nick zeg dat ik geen zin heb in dit gesprek.
‘Nee, ik ook niet.’ snauwt hij en verbreekt de verbinding.
Met moeite leg ik de hoorn neer. Mijn handen trillen en voelen klam aan. Ik probeer de snikken te onderdrukken en haal een paar keer diep adem. Dat Nick gefrustreerd is snap ik, maar zijn reactie slaat nergens op. Hij kent me toch beter dan dit? Hij moet toch ook in de gaten hebben dat er iets flink mis met is? Of heeft hij gelijk en stel ik me echt aan?
Ik sluit mijn ogen en voel de hoofdpijn opzetten waar ik de laatste paar weken steeds vaker last van heb. Met mijn vingers wrijf ik in mijn ogen. Mijn hoofd staat op barsten. Als ik maar wist wat er aan de hand was.

Iemand klopt op de deur en ik draai me om.
Snel kijk ik in het ronde spiegeltje dat naast mijn computer staat. Een vermoeide vrouw met een verdrietige blik in haar ogen staart terug. Ik zucht nog een paar keer diep voordat ik ‘binnen’ roep en probeer mijn zakelijkste gezicht op te zetten. De deur zwaait open en Roos loopt de kamer in met een grote mok in haar handen en een stapel dagbladen onder haar arm geklemd.
‘Hai meid. Ik dacht dat je wel toe was aan een kop koffie.’
Mijn secretaresse is een klein vrouwtje met zilvergrijs haar dat ze altijd in een knot heeft zitten. Soms versiert ze haar knotje door er een bloem in te steken of er een fleurig lint omheen te binden. Vandaag draagt ze een bordeauxrood lint, wat goed past bij haar bordeauxrode rok en haar zilvergrijze blouse. Roos is altijd goed gehumeurd en vandaag is geen uitzondering.
‘Wat is het toch weer een heerlijke dag vandaag. Jammer dat we moeten werken. Eigenlijk zouden ze ons vrij moeten geven. God weet wat de winter ons brengt. Dan kunnen we wel werken, als het buiten niets anders doet dan vriezen.’
Ik geef haar een mager glimlachje.
‘Je weet dat dat niet kan, Roos.’
Ze kijkt me onderzoekend aan terwijl ze me de mok hete, zwarte koffie overhandigt en de kranten op mijn bureau legt.
‘Alles goed?’ vraagt ze.
‘Alleen een fikse hoofdpijn. Zou je wat ibuprofen voor me willen halen, ik heb hier niets meer liggen.’
Ze knikt, maar blijft me aankijken alsof ze aanvoelt dat er meer aan de hand is. Waarschijnlijk doet ze dat ook.
Roos is als een soort tweede moeder voor me. Vanaf het moment dat ik voor uitgeverij Kurpers & Woudstra kwam werken nam ze me onder haar hoede. Ik was toen nog maar een bureauredactrice die net kwam kijken bij een grote uitgeverij, nog maar een maand afgestudeerd en zo groen als wat. Ze ving me op als ik mijn dag niet had en leerde me dat ik me niets moest aantrekken van de reacties van lezers, of van de hoofdredacteur als ik weer eens op het matje geroepen werd. Toen ik een jaar geleden zelf hoofdredactrice werd, veranderde onze relatie niet. Ze is me ‘meid’ blijven noemen, ook al ben ik nu haar baas. Maar ik zou niet anders willen.
‘Alleen ibuprofen of zal ik ook nog wat anders voor je halen? Je ziet eruit alsof je wel wat leuks kan gebruiken. Of wat lekkers..’ grijnst ze.
Ik kijk haar vragend aan.
‘Ramond van de catering is vandaag jarig, dus je krijgt straks een stuk gebak van me.’
Het is me altijd een raadsel geweest hoe Roos zo op de hoogte is van de verjaardagen. Ze weet zelfs de verjaardagen van de schoonmakers uit haar hoofd. Al betwijfel ik of het haar echt gaat om de verjaardag en niet om het gebak. Want Roos houdt van lekker eten. Waarschijnlijk kan ze gebak ruiken van een kilometer afstand.
‘Uhm.. nee dank je. Ik denk dat ik dat vandaag maar eens afsla.’ Mijn hoofdpijn wordt erger en het laatste waar ik zin in heb is eten. Roos knikt en loopt mijn kantoor uit.
Ik pak de dagbladen en sla de bovenste open. Snel lees ik de koppen, totdat ik merk dat Roos weer naast me staat met een glas water en twee pilletjes in haar hand. Ze kijkt me bezorgd aan.
‘Er is duidelijk iets mis met je. Ik boek gelijk een tafeltje bij De Molen en dan ga je me straks onder lunchtijd alles vertellen. Voor mijn part blijven we daar de hele middag.’
Nog voordat ik iets kan zeggen is ze met kordate pasjes alweer mijn kantoor uitgelopen. Ik wrijf over mijn nek terwijl ik een kleine glimlach niet kan onderdrukken. Als Roos iets in haar hoofd heeft gezet, dan krijg je dat er met geen tien paarden uit. Ik slik de pillen weg met een grote slok koffie terwijl ik nadenk over wat Roos zojuist gezegd heeft. Misschien is het inderdaad geen gek idee.
Nog eenmaal kijk ik naar buiten, naar de kinderen. Maar ze zijn er niet meer en ook de bal ligt niet meer in het water. Ik zucht en probeer me weer op mijn werk te concentreren.


Gepost op 22-09-2006 om 01:20 uur
313 keer gelezen
<< Vorige in deze serie

Alle verhalen in deze serie (Bodemloze Liefde)
Alle verhalen van deze schrijver (Esther)



Door: prinses
Ongezouten kritiek...
Weet wat je je op de hals haalt Esther.
Nee, maar ik zal mijn best doen zo eerlijk mogelijk te zijn. Daar leren we allemaal het meest van.

Ik vind het gesprek met Nick realistisch en daardoor zit je zó in het verhaal.

Als Nick zegt: "Voor jou een ander." vraag ik me af of hij de relatie beëindigt of niet. Dat lijkt niet zo daarna, maar het lijkt mij een beetje tegenstrijdig daardoor.

Abigail legt de hoorn op de haak.
Is dat niet een beetje ouderwets?
Ik ken geloof ik bijna niemand die nog een telefoontoestel met een hoorn en een haak heeft. Zeker op een redactie verwacht ik dat niet.
Alternatief: legde de telefoon aan de kant, of: zette de telefoon/handset op de oplader/basisstation.

Ik vind dat je de sfeer/stemming van de hoofdpersoon goed neerzet.
Ook vind ik het mooi dat je het contrast beschrijft met de spelende kinderen en de natuur buiten.
Gepost op 23-09-2006 Om 13:48

Door: prinses
De beschrijving van Roos vind ik ook duidelijk. Haar kleding/haarversiering komen overeen met haar persoonlijkheid: leuk.

Kleine spelling- of interpunctiedingetjes die ik zag:
schelt -> scheld
gezegt ->gezegd
druk maak -> druk maakt


...hoofdredactrice werd, veranderde onze relatie niet...
Let op de komma (tussen twee persoonsvormen).

Succes verder!
Gepost op 23-09-2006 Om 13:54

Door:
Ja, Esther, het is een interessant hoofdstuk, maar ik struikelde ook over Nicks: 'voor jou een ander'


Verder moet die Nick maar gewoon opzouten. Ofzo
Gepost op 23-09-2006 Om 16:12

Door: Esther
Hoi Elle en Prinses,

Ja, ik weet wat ik me op de hals haal. Daarom juist, omdat ik het beste uit dit verhaal wil halen.
Wat betreft Nick... hij komt precies zo over als dat ik wil. Jullie reacties spreken boekdelen.
Bedankt voor de spellingsfouten en de komma. Ik zal ze gelijk veranderen.

Wat betreft Nicks uitspraak, heb ik even de volgende vraag: Jullie willen Nick weg en dat was eigenlijk ook mijn bedoeling. Juist daarom laat ik hem ook die opmerking maken: "voor jou een ander.", al slaat het in dit verband nog op Abby's werk. Kan ik deze zin gebruiken?
Ik spreek hier immers twee boodschappen uit: 1. Abby kan vervangen worden op werk. 2. Nick verlaat Abby voor een ander. Die tweede boodschap is nu nog niet duidelijk, maar een oplettende lezer zal al vermoedens beginnen te krijgen.
Of is de zin toch te verwarrend?

Meningen van anderen zijn ook erg welkom. Hoe meer mensen mijn verhaal checken, hoe beter het word!
Gepost op 23-09-2006 Om 23:15

Door: snow
Wat ik een beetje vreemd vind is dat Roos desnoods van plan is om de hele middag met haar hoofdredactrice in een restaurant te zitten. Hebben ze geen deadline ofzo daar?
Gepost op 25-09-2006 Om 12:54
Hmmm een goed punt inderdaad. Wel is het zo dat je als hoofdredactrice wat beter je eigen werktijden mag bepalen. Maar ik zal er nog eens over nadenken en zo nodig aanpassen.
Gepost op 10-10-2006 Om 14:57

Door:
Eerlijk gezegd had ik er niet uit geconcludeerd dat Nick het over haar werk heeft, er staat ook geen verwijzing naar. En de uitdrukking 'voor jou een ander' vind ik eerder passen aan het eind van een betoog dan aan het begin. Ook al is het Nick!

Technisch vraagje, is het voorschrift om een punt achter de dialoog te zetten en verder te gaan met een kleine letter?Bijvoorbeeld: 'Je bent jezelf niet de laatste tijd.' zeg ik.

En kan je een van de 'nog's vervangen in de zin: 'Ik was toen nog maar een bureauredactrice...'? Staat mooier.

Succes!
Gepost op 25-09-2006 Om 21:43
Oke, bedankt voor je commentaar. Ik zal het aanpassen.
Wat betreft je technische vraag, meerdere opties zijn goed. Ikzelf schrijf altijd een punt achter mijn dialoog, want het personage heeft de zin uitgesproken en daar hoort dan een punt achter. Anderen doen dat weer niet, maar plaatsen een komma. Weer anderen beginnen met een grote letter achter een dialoog, want zij zien dat als een nieuwe zin (ik niet). Meer informatie kun je vinden op http://taaladvies.net
Gepost op 10-10-2006 Om 14:49

Dit werk is ingezonden op http://www.blocnoot.nl en blijft te allen tijde eigendom van de feitelijke auteur van het werk (of bloCnoot zolang de auteur niet kan worden teruggevonden). Zonder toestemming van de feitelijke auteur mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen. BloCnoot zal nooit toestemming geven indien de auteur niet teruggevonden kan worden. Mocht er sprake zijn van misbruik van de inhoud van het gepubliceerde werk op welke manier ook zullen er (in samenspraak met de auteur) stappen ondernomen worden.